Model bij zonsopgang

De kunstenaar komt op een avond met het idee om een schilderij te maken bij zonsopgang aan de Drentsche Aa. “Malou, jij mag met mij mee als model. Zet je wekker maar om 05:30 uur”. Ik verslik me bijna in mijn espresso. Natuurlijk is het een eer om geschilderd te worden, maar om 05:30 uur ’s morgens?! Ik laat me niet kennen en geef aan dat het goed is.

En dan is het zo ver. De wekker gaat om 05:30 uur en rond 06:15 uur staan we aan de rand van het Drentsche landschap de auto leeg te halen. Als twee pakezels, bepakt en bezakt met penselen, verftubes en ander gerij dat in loodzware tassen zit, banen we ons een weg door het natte gras.

“Volg me maar, het gras is niet zo hoog hier. Het valt nog wel mee gelukkig”. Nou, dat gras valt helemaal niet mee, meneer de kunstenaar. Mijn schoenen en broekspijpen beginnen al nat te worden en het gras komt al bijna tot aan mijn heupen. “We zijn er zo”, roept hij, terwijl hij stevig doorloopt. Waar ben ik aan begonnen?! Er lijkt geen eind aan te komen. Het gras wordt met de minuut hoger en na zijn opmerking “goh, het gras was vorige week minder hoog”, voel ik het gras zelfs kriebelen onder mijn oksels. Kan ik nog terug?

Gelukkig stopt hij eindelijk aan de rand van de Drentsche Aa en kijken we uit over het prachtige landschap. De kunstenaar stalt z’n schildersspullen uit en pakt een vuilniszak uit de tas. Even ben ik bang dat dit mijn outfit wordt, maar hij meldt gelukkig dat ik hierop mag staan.

Wanneer we dan uiteindelijk klaar staan, hij achter de schildersezel met een penseel en ik stilstaand in jurk op een vuilniszak tussen het natte hoge gras, begint het lange stilstaan. Nou ja, stilstaan is een groot woord. Bibberend houd ik me zo stil mogelijk en kijk ik naar de zonnestralen. Het is behoorlijk frisjes nog in mijn korte jurk (lees: lang t-shirt).

Gelukkig begint de zon gestaag te stijgen. Ik zie de dauwdruppels op de grassprieten warmer kleuren en oplichten in het zonlicht. En zo bereiken de zonnestralen mij ook. En wanneer ik een beetje warm begin te worden van de zon, hoor ik om mij heen van alles wakker worden. Een rilling gaat door me heen: Beestjes!

Negeren, gewoon negeren die beestjes, probeer tegen mezelf te zeggen. Ik staar als een volleerd model voor me uit het landschap in. Maar negeren lukt niet. Het getsjirp, geknars, gefladder en gepiep wordt steeds luider. En dan voelt het alsof er iets tegen mijn lange benen omhoog kruipt. NEEEE!!! Met een snelle beweging pets ik het beest op de grond en sta weer als genageld. Heeft de kunstenaar het opgemerkt? Ik kijk zijn kant uit, maar hij schildert stoïcijns door.

Ondertussen begint het overal te kriebelen en zie ik ze om me heen vliegen en zoemen. Ik voel ze op mijn been, onder mijn voeten, op mijn arm, in mijn nek, bij mijn oor. OVERAL!… en ik mag niet bewegen! Straks vliegt er een beest onder mijn jurk! Malou, stop met denken.

Wanneer ook de steekvliegen wakker worden, hou ik het niet meer! Hysterisch mep ik in het rond, hinkel ik over de uiteindes van de vuilniszak en krab ik over mijn benen, armen en nek. AAAAARGH!!! De kunstenaar kijkt verschrikt op van zijn doek, terwijl een wolk vliegjes aan hem voorbij trekt en een verdwaalde hommel de penseel aan het inspecteren is. “beestjes!” kan ik alleen maar zeggen.

En alsof dit niet al genoeg ellende is, begint mijn maag ook nog eens te rommelen. Waar blijft het ontbijt en waar blijft de koffie. En dan komt het besef dat het wel heel lastig koffie zetten is aan de rand van de Drentsche Aa in het okselhoge gras. Geen koffie?! Dit komt niet goed zo.

Maar het lijkt erop dat de kunstenaar het aanvoelt. Hij grist uit één van de tassen een blauwe porseleinen koffiefilter, voegt koffie en heet water toe en een moment later ruikt het hele landschap naar verse koffie! En wanneer ook de stokbrood uit de tas komt, zetel ik me tevreden op de vuilniszak met mijn welverdiende kop koffie terwijl de beestjes aan de rand toekijken.

Bouwvakker

Ding dong! Wat?! Het is 09:00 uur ’s morgens. Denk ik nog even een paar uur uit te kunnen slapen op mijn vrije dag, ho maar… de bel!

Ik gris nog gauw mijn ochtendjas uit de kast en doe open doen. De ramenman. Of hij bij mij ramen mag vervangen. De bewoner waarvan hij de ramen zou verwisselen, was niet thuis. Nadat ik heb toegezegd, meldt hij: “kleed jij je eerst maar even aan en wil je daarna het aanrecht voor me leegmaken”. Euh, goedemorgen! Ja meneer de ramenman.

Nadat ik me heb aangekleed, vraagt hij zich af welke ramen hij moet vervangen. Voordat ik het door heb, struint hij het huis door waarbij hij in elke kamer een geur van rook achterlaat… Blech! Sommige sigarettenlucht in de ochtendgloren is niet bepaald aangenaam.

Wanneer hij weer naar buiten wil lopen om aan de slag te gaan, ziet hij mijn smerige modderige schoenen staan : “Wat voor werk doe jij wel niet eens?!”. Ik zeg: “Oh bouwvakker”. Die blik die volgt is niet te beschrijven hahaha Heerlijk om mensen af en toe een beetje te plagen. Ik laat voor de zekerheid nog even mijn spierballen zien, maar hij heeft al snel door dat ik een grap maak. ‘nee hoor, geintje’, zeg ik nog gauw, voordat hij mij straks de ramen laat plaatsen.

Wanneer hij dan eindelijk begint met de ramen, vind ik het hoogtijd voor mijn eerste verse bakje espresso. Enthousiast vul ik mijn percolator met heerlijk geurende koffie. Ik kan niet wachten! Maar wanneer ik de percolator op het vuur wil zetten, gaat het mis. Een geur van gaslucht komt me tegemoet en ook mijn aansteker begint te roken. Geweldig op de maandagochtend. De ramenman komt net op dat moment de keuken in met de opmerking ‘volgens mij doet ie het niet’. Goh, je meent het. Ondertussen zit het senseo-apparaat zit me al hoopvol aan te kijken wanneer ik hem weer eens ga gebruiken. Nou, je hebt geluk vandaag senseo!

En met het vredige getimmer en geboor op de achtergrond, de heerlijke rook- en gaslucht in de kamer, kan ik eindelijk mijn eerste bakje senseo koffie naar binnen werken. De maandag is begonnen!